Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen antwoordden [10]zij Jozua, zeggende: Al wat gij ons geboden hebt, zullen wij doen, en alom, waar gij ons zenden zult, zullen wij gaan. 10. Te weten, al de stammen, of de ambtlieden, in hunnen naam, zich alzo aan de regering van Jozua onderwerpende.